In 1950 gingen ds. R. E. H. Marcus en zijn vrouw, de arts Mieneke Marcus-van den Nieuwenhuizen naar het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea. Ze werden uitgestuurd door de Doopsgezinde Zendingsraad om daar in samenwerking met andere protestantse geloofsrichtingen één Evangelische Christelijke Kerk te stichten.

Na het overlijden van ds. Marcus gaf de familie zijn archief aan de Doopsgezinde Zending. Het werd tijdelijk opgeslagen op de zolder van de Doopsgezinde kerk in Utrecht.
Ds. Alle Hoekema is bereid gevonden om te kijken of op basis van dit materiaal een publicatie kan worden uitgebracht. De zes delen van het autobiografisch typoscript van R.E.H. Marcus zijn heel interessant en lenen zich vermoedelijk in verkorte vorm voor publicatie.
Op termijn zal het archief worden ondergebracht bij het archief van de Doopsgezinde Zending dat berust bij het Stadsarchief in Amsterdam.

Voor wie meer wil weten over deze bijzondere zendeling is er een korte samenvatting van Marcus’ leven van de hand van Gerlof D. Homan in Doopsgezinde Bijdragen 38 (2012) , ‘De Marcus-zending in het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea’, pp 259-270. ‘Doopsgezinde Bijdragen’ is een uitgave van de Doopsgezinde Historische Kring.

Ook aardig is het interview met ds. Marcus dat in 1982 in het Reformatorisch Dagblad verscheen.